Wijzigingen in de transitievergoeding per 1 januari 2020

Tot en met 2019 was al sprake van de transitievergoeding. Deze vergoeding is enerzijds bedoeld als compensatie voor ontslag. Anderzijds is de vergoeding bedoeld om de transitie van werknemers naar een andere baan te vergemakkelijken.

Werknemers hebben sinds 1 juli 2015 recht op een transitievergoeding bij ontslag. Dit recht gold en geldt ook als een tijdelijk contract niet verlengd wordt. Met de Wet arbeidsmarkt in balans is ingaande 1 januari 2020 de berekeningsmethode van de transitievergoeding gewijzigd. Vanaf dan geldt namelijk dat vanaf het begin van de arbeidsovereenkomst bij beëindiging recht op de transitievergoeding bestaat. Voor de berekening van de transitievergoeding wordt uitgegaan van het gehele dienstverband en niet meer afgerond op halve jaren.

Daarnaast is vanaf 1 januari 2020 de overgangsregeling voor werkgevers met minder dan 25 werknemers vervallen. De uitzondering dat zij in geval van een slechte financiële situatie de dienstjaren voor 1 mei 2013 bij de vaststelling van de transitievergoeding niet hoeven mee te tellen, is niet meer van toepassing.

De gunstigere transitievergoeding voor werknemers van 50 jaar of ouder is nu vervallen. Werknemers die bij ontslag een dienstverband van langer dan 10 jaar hebben kregen, onder voorwaarden, een half maandsalaris aan vergoeding per half dienstjaar na hun 50e jaar. Vanaf 1 januari 2020 vallen deze werknemers onder de algemene regeling en hebben geen bijzondere uitgangspositie meer.

Nieuw is dat de transitievergoeding vanaf 1 januari 2020 geldt voor beëindiging van elke arbeidsovereenkomst, dus ook voor een overeenkomst die nog geen 24 maanden heeft geduurd. Als voorbeeld kan worden genoemd de werknemer die tijdens zijn proeftijd wordt ontslagen.

Het recht op transitievergoeding bestaat als het ontslag op initiatief van de werkgever  tot stand is gekomen door beëindiging van een arbeidscontract door opzegging of ontbinding. Ook het niet verlengen van een tijdelijk contract valt dus onder ontslag. Tevens heeft de werknemer recht op een transitievergoeding als hij zelf ontslag neemt en dat doet omdat zijn werkgever ernstig verwijtbaar handelde of ernstig verwijtbaar nalatig was.

Voor hele dienstjaren geldt vanaf 2020 dat de transitievergoeding 1/3 bruto maandsalaris bedraagt. Voor de resterende duur van de arbeidsovereenkomst en voor arbeidsovereenkomsten die korter dan een jaar duren, wordt de transitievergoeding naar rato berekend.

Er zijn situaties waarin de werkgever geen transitievergoeding hoeft te betalen, de kosten voor scholing en outplacement in mindering kan brengen en bij UWV een aanvraag kunnen indienen voor compensatie bij ontslag wegens langdurige ziekte. Zie daarvoor onze volgende blogs.

Delen: