Na de invoering van de melkveefosfaatrechten en toekenning aan de individuele veehouders heeft RVO de spelregels al meerdere keren aangepast. Rechten van vleesveehouders zijn ingetrokken. Stoppers die gebruik maakten van een bedrijfsbeëindigingsregeling in 2017 en op 1 januari 2018 geen productiecapaciteit hebben, raken hun rechten kwijt.
De procedures naar aanleiding van het melkveefosfaatreductieplan in 2017 zijn nog niet allen afgerond en nu zijn er al een massa bezwaren ingediend naar aanleiding van de beschikkingen melkveefosfaatrechten.
Voorzichtig gezegd, is op dit moment nog niet alles duidelijk met betrekking tot de melkveefosfaatrechten en is er op dit vlak nog geen rust bij de melkveehouders.
Het eind van het jaar nadert bovendien snel. Op dit moment is inzichtelijk hoe u uitkomt binnen uw rechten. Dit leidt soms tot verrassende resultaten.
Bedrijven die in 2017 in verband met grondgebondenheid hun veestapel niet hoefden in te krimpen, moeten dit in 2018 wel. Hield u in de eerste maanden van 2018 hetzelfde aantal stuks vee dan blijkt dat er daarna wel erg veel afgevoerd moet worden om binnen de rechten te blijven.
Op veel bedrijven is de melkproductie per koe na 2 juli 2015 flink gestegen. De verhoging van de melkproductie betekent dat u minder vee kunt houden binnen uw melkveefosfaatrechten. Op de grenzen in de productietabellen kan een kilogram meer of minder melk per koe per jaar kan maar resulteren in een 0,7 kg hogere of lagere fosfaatproductienorm per melkkoe.
En uiteraard heeft u te maken met levend vee. Het is niet altijd mogelijk en zeker niet praktisch om de veebezetting zo te sturen dat op 31 december blijkt dat u exact binnen uw rechten bent gebleven. Veel melkveehouders zullen eind december moeten besluiten om die laatste tank melk maar niet te leveren. En al zal uw melkafnemer 30 en 31 december alle medewerking verlenen dan zal zij nog niet aan de wensen / planning van alle melkveehouders kunnen voldoen. Wellicht belandt een deel van deze melk op 31 december zelfs in de put. Een vreemde gang van zaken met een waardevol voedingsmiddel.
Al met al blijft het wennen aan en schipperen met de melkveefosfaatrechten. Om deze reden zijn er, naast de bedrijven die in verband met uitbreiding te weinig melkveefosfaatrechten hebben, ook vele andere bedrijven op de markt voor rechten. Dat dit zijn weerslag heeft op de prijzen zal niemand ontgaan. Invoering van een soort rekening courant systeem waar de NMV voor pleit is dan ook begrijpelijk. Dit biedt enige verlichting bij het plannen van de productie en haalt daarmee wellicht de druk iets van de markt. En verschaffen van duidelijkheid betreffende de lease regels en afschaffing van de 10% afroming daarbij helpt ook weer een beetje.
De komende jaren moet u dealen met de melkveefosfaatrechten. Ervaringen van dit jaar maken het voor u mogelijk om komend jaar de veebezetting en de rechten beter in balans te houden of te brengen.
Om te voorkomen dat u dit jaar echter te veel leergeld moet betalen dient u de komende maanden wel na te gaan of u produceert binnen uw rechten. Indien dit niet het geval is, moet u een keuze maken uit verkleinen van de veestapel en/of aankoop dan wel lease van rechten. Wat de beste optie is, hangt af van uw toekomststrategie. Dit met in het achterhoofd dat, in tegenstelling tot 2017 waarbij bij overschrijding van het fosfaatreductieplan een (aftrekbare) heffing werd opgelegd, er bij overschrijding van de melkveefosfaatrechten sprake is van een economisch delict met daarbij behorende (niet aftrekbare) boetes.